De 55SMA lijn – Indicatorles 1

We starten een nieuwe serie in de TA Coaching Rubriek, waarin we regelmatig een interessante technische indicator onder de loep leggen voor een gedegen uitleg en praktische toepasbaarheid. We beginnen met de 55SMA lijn, maar eerst een klein stukje proza over indicatoren.

Indicatorklasse
In de gereedschapskist van de technische analist zijn drie vakken ingeruimd voor indicatoren, ofwel metertjes die objectief kunnen meten hoe het is gesteld met de conditie van het koersverloop. Zo zijn er trendindicatoren, ofwel de richtingmeters. Tweede vak is voor de spanning- en sentimentmeters, het derde vak is gevuld met volume gerelateerde indicatoren.

Ik gebruik de 55SMA indicator om inzicht te krijgen in trendrichting en trendsterkte. De Simple Moving Average (SMA) heeft een goeie balans tussen valse signalen en lagging, waardoor je de significante koersbewegingen goed kunt volgen. Dit laatste hangt sterk af van de gebruikte parameter, ofwel de lengte van de MA. Ik gebruik het Fibo getal 55 omdat deze invulling goed werkt op meerdere tijdvensters. Het voldoet prima bij de volgende signaleringen.

Belangrijkste signaal is de crossover van de koers met de SMA lijn. Een upcross impliceert de start van een stijgende trend, een downcross impliceert de start van een dalende trend. Vervolgens wordt duidelijk wat de conditie is, ofwel trendstatus. Trend kun je dan ook het beste omschrijven als ‘richting’.

De SMA lijn voldoet prima als dynamische trendlijn, geen strakke rechte lijn zoals bij de klassieke trendlijn, maar een glooiende lijn, die bodems indiceert in een uptrend en toppen in een dalende trend.

Als laatste indicatie wil ik noemen de trendintensiteit, ofwel de sterkte van de trend. Hoe sterk is het proces van hogere toppen en hogere bodems, of andersom? Hoe sterk is de richtinggevoeligheid? Dit alles komt tot uiting in de hellingshoek (en de kleur) van de SMA lijn. Hoe steiler de lijn, hoe sterker de trend. Een vlakke SMA indiceert geen trend maar een trading range.